In Laos bezocht ik het dorp Ban Chan, een pottenbakkersdorp aan de Mekong rivier, dichtbij Luang Prabang. De potterbakkers van Ban Chan maken met heel simpele middelen potten voor het dagelijkse gebruik: voorraadpotten en bloempotten die je in en voor zowat elk huis in Laos vindt.
Wat ik het meest opmerkelijk vond was hun ondergrondse oven: een kunstmatige grot met een smalle ingang 5 meter onder de grond. Het vuur wordt gestookt voor en in de ingang. Een smalle tunnel omhoog naar het grondoppervlak dient als schouw.
De stookkamer van de oven die ik zag was ongeveer 10 m³, altijd smaller en lager in de richting van de schouw, zoals bij een Anagama oven. De aarde zelf rond de stookkamer zorgt voor de nodige isolatie.
De oven van Ban Chan deed me denken aan de tekeningen in het boek “Kilns” van Daniel Rhodes. Rhodes heeft het over een “prehistorische Chinese oven” en een “ondergrondse Japanse oven”. Die ovens zijn allebei in een helling gegraven. In Ban Chan is de helling “kunstmatig”, doordat men de stookkamer die in de grond gegraven heeft. De helling is uiteraard nodig om een goed trek van het vuur te garanderen.
De draaischijf is ook heel ingenieus: een as in de grond bevestigd met bovenop een ronde plateau in klei die met de hand in beweging gebracht wordt.
Je moet wel heel soepel zijn om ermee te draaien want de schijf draait amper 20cm boven de grond.